Het verhaal van een patiënt

In november 2024 werd ik geopereerd aan mijn prostaat. Hieronder kun je lezen hoe het zover kwam, wat er gebeurde en hoe het nu met me gaat. (Best goed, hoor !)

zaterdag 16 augustus 2025

De prostaat komt in beeld

Dat ik een vergrote prostaat had wist ik al 5 jaar. Ik heb, jaren geleden, 2 keer een prostaatontsteking gehad. Daar ben je behoorlijk ziek van. Moeite met plassen, bloed in de urine en koorts. Dat alles een paar weken achtereen. De koorts zorgde zelfs voor hallucinaties. Ik sliep nauwelijks, hoorde muziek, die verder niemand hoorde, en zag wonderlijke beelden. Een stevige antibioticakuur hielp me er weer bovenop.

Op een zeker moment voelde ik weer dat het plassen minder goed ging. Het voelde anders, het hele gebied was gevoelig. Dus ik ging naar de huisarts, die me doorverwees naar de uroloog. Na weer een reeks antibioticapillen, een echo en inwendig onderzoek, was de conclusie dat mijn prostaat vergroot was. Maar mijn klachten waren niet zo ernstig dat er direct iets aan gedaan moest worden.

De uroloog was er bovendien van overtuigd dat het een goedaardige toestand was. Als ik eens per jaar de PSA-waarde in mijn bloed zou laten checken, dan konden we het in de gaten houden.

Dat was niet lang voor de corona-epidemie. Toen die gaande was liet ik het PSA controleren maar even achterwege. Ik had niet veel last en het was immers goedaardig ?

Mijn vrouw kreeg bovendien gezondheidsproblemen en werd een paar keer opgenomen met hartklachten. Wat zou ik dan gaan zeuren over mijn prostaat. Het plassen ging best. Okee, wat vaker dan voorheen, maar geen grote problemen.

Tot het wel een probleem werd, in augustus van 2024. Ik dacht eerst dat ik iets verrekt had in mijn rug. Maar de pijn ging niet weg en verplaatste zich naar mijn zij. Het werd wat beter als ik rondliep. Maar ik kon moeilijk de hele dag blijven rondlopen. Soms, vooral 's ochtends, had ik helemaal geen pijn. Maar rond de middag begon het en het werd zo hevig dat ik ervan liep te kokhalzen. Het leek wel wat op de koliekpijn, die ik ooit had, toen ik last had van galstenen. Daarom dacht de huisarts aan nierstenen. Of zou het toch iets anders zijn ?

Haar mannelijke collega maakte een echo en vond geen stenen, wel een erg volle blaas. Maar ik kon toch gewoon plassen ? Wel vaak en ik had niet altijd het gevoel dat ik alles kwijt was, maar dat het een probleem was had ik niet door.

Ik werd doorgestuurd naar het ziekenhuis, voor een röntgenfoto. Ook daarop was geen steen te vinden. Ondertussen liep ik, ondanks de pijnstillers, nog steeds te krimpen van de pijn. De huisarts overlegde met een uroloog en die raadde aan om een katheter in te brengen. Dat zou de druk op de blaas verminderen en misschien de pijn wegnemen.

De huisarts probeerde het, maar het lukte hem niet. Hij verwees me door naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. (Ik werd erheen gebracht door onze dochter, die achteraf zei dat ze me nog nooit zo moe en beroerd had meegemaakt.) Daar werd ik ingeschreven door een baliemedewerkster en opgevangen door een verpleegkundige.

Na even gewacht te hebben, in de wachtkamer, werd ik opgehaald door een andere verpleegkundige, een jaar of 20 ouder en een stuk vriendelijker dan de eerste. Zij nam me mee naar een behandelkamer. Ze zocht de nodige spullen bij elkaar en begon met uitleg, maar werd weggeroepen. Na een poosje kwam er een jongeman, in haar plaats, in zijn kielzog een jonge, vrouwelijke, verpleegkundige in opleiding. De jongeman ging aan de slag, ondertussen aan mij en zijn jongere collega, uitleggend hoe het in zijn werk zou moeten gaan.

Zo'n katheter is een plastic slang die door de penis in de blaas wordt geduwd. In mijn geval ging dat moeilijk omdat de prostaat de doorgang versperde. De verpleger gaf zijn jonge collega de kans om de katheter in te brengen, ze moest het immers leren, maar dat lukte niet. Waarna hij voordeed hoe je de slang voorbij een prostaat, met het formaat van de mijne, moest duwen. Met enig geweld. Voor de patiënt niet heel prettig, maar nog best te doen. Wat volgde was de uitstroom van ruim een liter urine en het onmiddellijke einde van de pijn.

Inmiddels was me duidelijk geworden dat ik voorlopig met die katheter zou moeten blijven rondlopen. Ik kreeg een doos met urinezakken, slangen en andere benodigdheden mee naar huis. En instructies over het wisselen van de dag- en nachtzakken en het schoonhouden van de katheter en mijn piemel.

De kans op een blaasontsteking is heel groot, werd me uitgelegd. Door de katheter is er een directe toegang tot de blaas, als je de boel niet goed schoonhoudt, kunnen er snel infecties ontstaan. Ik deed dus erg mijn best, kocht desinfecterend schoonmaakmiddel en dito doekjes, om de slangen en zakken schoon te houden. Mijn piemel waste ik een paar keer per dag, daarvoor gebruikte ik ook vochtig toiletpapier.

 

Rondlopen met een katheter

 

Aanvankelijk was ik bang dat de katheterslang er weer uit zou vallen. Ik kwam er later achter dat er aan het uiteinde, dat in de blaas zit, een ballonnetje is dat gevuld wordt met water. Daardoor blijft de slang zitten. Bij het verwijderen moet eerst dat ballonnetje leeg worden gezogen. Het eruit trekken is trouwens geen pretje, maar dat zou ik pas maanden later ondervinden.

In de doos die ik mee had gekregen, het startpakket, zat voldoende materiaal om de eerste paar weken door te komen. Er zaten informatiefolders in over het gebruik van de katheter.

'Je kunt met een katheter bijna alles doen !', stond er. Wat bij mij fantasieën opwekte over modderworstelen, bungeejumpen en wildwatervaren. Dingen die ik zonder katheter nooit zou proberen. En ook nu niet, natuurlijk. De plannen om vloerbedekking te leggen in onze woonkamer schoof ik maar even op de lange termijn.

Er stond in de folder ook een webadres, waar je nieuw materiaal kon bestellen. Ik schreef me daar in en moest een paar dagen wachten, op een bericht over de vergoeding door de verzekering. Na een paar dagen belde ik ze maar eens op en een vriendelijke medewerkster legde me keurig uit hoe het allemaal werkte.

Aanvankelijk was me niet precies duidelijk hoe lang ik de katheter zou houden. Uiteindelijk zou ik genoeg hebben aan 1 extra doos met urinezakken. (Ik kreeg, het volgende jaar in januari, de afrekening van het eigen risico van de zorgverzekering. Het bleek dat het startpakket en de extra doos samen ruim 200 euro hadden gekost.)

Ondertussen had de huisarts een afspraak gemaakt bij de uroloog, voor 2 weken later. In de tussenliggende tijd moest ik een keer bloed en urine afgeven. Dat kon op het prikpunt in Soest. Daar zou ik in de maanden daarna nog een paar keer komen. Het wordt bemenst door vriendelijke dames van wat oudere leeftijd, niet de twintigers die in het ziekenhuis de hoofdmoot van het personeel lijken uit te maken.

Ik ben, vlak voor mijn opname, ook een keer geprikt in het ziekenhuis, door een heel donkere jongeman. Die niet alleen zijn taak prima volbracht, maar ook mijn mobieltje weer in elkaar zette, dat uit mijn zak gevallen was en in drie stukken op de vloer belandde.

Onze dochter bracht me naar mijn eerste afspraak met de uroloog. Hij werd geassisteerd door een stagiaire, die weer geholpen werd door een oudere verpleegkundige. Gedrieën maakten ze een echo van mijn prostaat en gaven me een kraantje dat ik aan mijn katheterslang kon koppelen, waardoor ik overdag niet meer met een plastic zak aan mijn been rond hoefde te lopen. Je kunt dan gewoon plassen op het moment dat je aandrang voelt. Dat wil zeggen, de kraan opendraaien.

Dit wordt 'blaastraining' genoemd. Als je een katheter hebt loopt de urine continu door naar de urinezak. De blaas wordt dus niet gevuld en neemt in omvang af. Door het kraantje te gebruiken went de blaas weer aan de normale situatie, waarbij eerst een hoeveelheid urine opgespaard wordt, voordat je gaat plassen.

De uroloog opperde ook nog de mogelijkheid van zelfkatheterisatie. Dan zou de katheter er overdag uit mogen, maar moest ik die zelf, 's avonds, weer inbrengen. Denkend aan de problemen die huisarts en verpleegkundigen hadden gehad, met het naar binnen duwen van de slang, sloeg ik dat aanbod af. Hij verzekerde me dat ik sowieso niet voor heel lange tijd met de katheter zou hoeven lopen. 'We gaan u hier, in ieder geval, vanaf helpen.'

Bij het volgende gesprek, en na een paar keer lekkage in bed, vroeg ik of ik dat kraantje ook niet 's nachts zou kunnen gebruiken. Overdag kon ik inmiddels een uur of 3 rondlopen, voor ik het gevoel kreeg dat ik moest plassen. Dan zou ik er 's nachts een paar keer uit moeten. Maar dat leek me prettiger dan onrustig slapen, omdat je voortdurend bang bent dat de slang loslaat en je bed nat wordt. Dat deed ik dus de laatste paar weken, voor de ziekenhuisopname.

Maar eerst wilde de uroloog zekerheid hebben, dat er geen kwaadaardige cellen in mijn prostaat zaten. Als die er niet waren dan zou hij, met een operatie, het orgaan kunnen verkleinen. Als er wel iets kwaadaardigs gevonden werd zouden we in een 'heel ander traject' terecht komen. En omdat de echo niet heel duidelijk was – 'een rommelig beeld', zei hij – moest er een MRI-scan gemaakt worden. Wachttijd vier weken.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten