Het verhaal van een patiënt

In november 2024 werd ik geopereerd aan mijn prostaat. Hieronder kun je lezen hoe het zover kwam, wat er gebeurde en hoe het nu met me gaat. (Best goed, hoor !)

zaterdag 16 augustus 2025

Een woord voor het woord vooraf

Het is nu een jaar geleden dat mijn plasproblemen zo groot werden dat ingrijpen noodzakelijk werd. In de onderstaande blogs kun je lezen hoe het zover kwam en hoe het weer verholpen werd. Want laat ik het maar meteen zeggen: het loopt goed af.

Ik heb een tijd geaarzeld wat ik met mijn verhaal aan moest. Toen ik net geopereerd was overheerste de opluchting omdat het zo goed was gegaan. Het was een pijnlijk avontuur geweest en toen het ergste achter de rug leek had ik de behoefte om erover te vertellen. Ik merkte dat de meeste van mijn vrienden en familieleden niet op mijn verhaal zaten te wachten. Om te zeggen dat het een taboe-onderwerp is gaat misschien te ver, maar het is ook niet iets waar makkelijk over gesproken wordt, of waar mensen graag naar willen luisteren.

Dus schreef ik het op. Aanvankelijk voor mezelf, ook om alles op een rijtje te zetten. Toen de eerste versie af was vroeg ik me af of andere mannen van mijn leeftijd er niet iets aan zouden kunnen hebben. Ik mailde het aan een aantal vrienden en de meesten reageerden er niet op, vermoedelijk konden ze niet de moed opbrengen om het te lezen.

Maar ik kreeg twee reacties. De eerste was heel positief, die vond het een mooi verhaal, met allerlei invalshoeken en diepere lagen. De tweede vond het verschrikkelijk en had er zich met tegenzin doorheen geslagen.

Uiteraard trok ik me de tweede reactie het meest aan. Maar uiteindelijk vond ik dat ik het verhaal toch als blog zou kunnen plaatsen. Ingekort en bewerkt, dat dan wel. Maar aangezien het een probleem is waar heel veel mannen mee te maken krijgen en er vast meer zijn als mijn positief reagerende vriend...


Een waarschuwend woord vooraf

 

De prostaat is een orgaantje dat, bij mannen, rond de plasbuis zit. Het speelt een rol bij het seksueel functioneren en kan een probleem worden als het te groot wordt en de plasbuis vernauwd, of zelfs dicht drukt.

Ik ben geen medicus. Als je meer technische uitleg verwacht zul je die in mijn verhaal niet vinden. Daarvoor kun je beter terecht op Wikipedia, of de websites van grote ziekenhuizen. Als er dan nog vragen zijn kun je ook terecht bij de huisarts.

Ik vertel alleen over mijn ervaringen. Die kunnen heel anders zijn dan die van andere mannen. Ik had voorheen nauwelijks contact met personen met dezelfde problemen, maar als ik er nu met mijn ouder wordende vrienden over praat merk ik dat die wel vaak plasproblemen hebben.

In het laatste hoofdstuk vertel ik iets over het voorkomen van prostaatklachten en prostaatkanker, in de hele mannelijke bevolking. Maar ook die informatie kun je makkelijk op internet vinden.

Wat ik niet op internet heb gevonden, maar misschien heb ik niet goed genoeg gezocht, is een verhaal vanuit de patiënt.

Ik wil wel waarschuwen. Het gaat in mijn verhaal over plassen en ook over poepen. Niet veel over seks, vooral omdat daar weinig over te vertellen is. Ik weet nu dat seks veel minder belangrijk is dan veel mensen denken. De maanden zonder seks waren voor mij veel gemakkelijker om door te komen dan de twee dagen dat ik niet, of nauwelijks, kon plassen.


De prostaat heeft te maken met plassen en de toegang naar de prostaat is door de penis, of de anus. Ik vertel daarover en noem de dingen bij hun naam. Als je daar problemen mee hebt, lees dan niet verder. Maar als je problemen hebt met de prostaat dan is mijn verhaal misschien wel interessant.

Ik heb in mijn verhaal alle namen van personen weggelaten of veranderd. Voor zover ik ze onthouden had. Niet omdat ze iets verkeerds hebben gedaan – in tegendeel, ze waren geweldig ! – maar uit respect voor hun privacy.


Ps: Ik heb, voor de gezelligheid, bij het verhaal een paar plaatjes gezet uit mijn stripverhaaltje over de Prastoot. Dat is een klein wezentje dat erg kan opzwellen, als je het niet goed in de gaten houdt. Elke overeenkomst met bestaande personen, of organen, berust op toeval. 

 

Schijnbewegingen vooraf


Het blijkt dat één op de drie mannen, van boven de vijftig, last heeft van plasklachten door een vergrote prostaat. Dat zijn miljoenen Nederlanders. Toch hoor je er niet veel over.

Ik zag op het BBC nieuws dat, in Groot-Brittannië, prostaatkanker inmiddels de meest voorkomende vorm van kanker is. Er zijn dus heel veel mannen die, vroeger of later, met dit soort problemen te maken krijgen. Misschien is het ook daarom nuttig dat ik mijn ervaringen opschrijf.

Maar misschien moet ik eerst wat meer over mezelf vertellen. Op het moment dat ik dit schrijf ben ik vierenzestig jaar, geboren en getogen in Soest, met vier zusters en één broer opgegroeid in een arbeidersgezin waar veel gelezen werd.

Ikzelf wil ooit kunstschilder worden. Ik was een buitenbeentje op de middelbare school, haalde geen diploma en ging naar een tekenopleiding in Amsterdam. Daarna werkte ik 5 jaar op de tekenkamer van de Oudheidkundige Dienst, in Amersfoort en eindigde als supervisor/kwaliteitscontroleur op een marktonderzoekbureau.

Daar tussendoor maakte ik eerst schilderijen en tekeningen. Stapte toen over op strips – zie Stripman's prikbord – maar ik schreef ook verhalen, inmiddels uitgegeven in 3 boeken, in eigen beheer, en ik zong en speelde gitaar in verschillende bandjes.

Daarnaast bleek ik een chronische, aangeboren, aandoening te hebben, Osteogenesis Imperfercta (OI). Die zorgde ervoor dat ik als kind 8 botbreuken opliep, 4 keer een gebroken arm, 4 breuken in mijn linkerbeen.

Dat ik OI had wist ik niet totdat mijn vrouw, die als doktersassistente en medisch secretaresse werkte, gevraagd werd om voor een internist een apparaat te gaan bedienen, waarmee botscans gemaakt werden. Met zo'n Dexa-scan wordt de dichtheid van je heupbot en ruggenwervels gemeten. Doorgaans worden ouderen, waarvan vermoed wordt dat ze aan botontkalking (osteoporose) lijden, onder zo'n scanner gelegd.

Omdat ze moest oefenen met de scanner vroeg mijn vrouw of ik proefkonijn wilde spelen. Uit de eerste scan kwam zo'n vreemd resultaat dat mijn vrouw dacht dat ze iets verkeerd had gedaan. Ze deed de scan nog eens, met dezelfde uitslag. Ik had, toen nog net geen 40 jaar oud, de botten van een 100-jarige. De internist waar mijn vrouw voor werkte vermoedde dat ik OI had en dat werd later bevestigd, door een professor, in het academisch ziekenhuis in Leiden.

Rond diezelfde tijd kreeg ik toenemende vermoeidheidsklachten. Dat bleek ook een gevolg van de OI, al duurde het lang voordat ik en de medici en therapeuten, die ik om hulp vroeg, daar achter waren. Het blijkt dat door de chronische aandoening mijn hele lichaam minder belastbaar is en slechter herstelt van inspanningen. Ik heb lang – achteraf gezien te lang – geprobeerd me daar over heen te zetten, het te negeren, of weg te trainen, maar het eind van het verhaal is dat ik mijn conditie gesloopt heb en in de WAO belandde.

Sindsdien heb ik gelukkig leren leven met mijn aandoening. Ik slik momenteel 1 pilletje per week, een bisfosfonaat, dat ervoor zorgt dat mijn botten minder snel afgebroken worden en dus sterker worden/blijven. Verder moet ik zorgen dat ik genoeg calcium binnen krijg – melkproducten – extra vitamine D inneem en mezelf niet teveel vermoei. Dat wil niet zeggen dat ik niets kan. Mijn lichaam functioneert normaal, alleen moet ik mijn inspanning doseren en elke middag een paar uur op bed gaan liggen.

Vlak voor de nieuwste problemen, met mijn prostaat, begonnen had ik net een nieuwe salontafel getimmerd, van oud hout dat we nog in huis hadden liggen. In de paar jaar daarvoor heb ik het halve huis opnieuw geschilderd en vloerbedekking gelegd. Dat ging prima, maar wel in een heel langzaam tempo. Soms maar een uurtje per dag. Maar in kleine etappes kun je ook een grote klus klaren.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten